Nodig voor 4-6 pers. Boemboe:
500 g. kipfilet in blokjes 1 theel. ketoembar (korianderzaad)
30 g. kleine gedroogde garnaaltjes 2 theel. kurkuma (geelwortel)
2 uien, gesnipperd 1 theel. djintan (komijnzaad)
2 stengels sereh (citroengras) 4 knoflookteentjes, fijn gehakt
2 daon salam (Javaanse laurier) 6 kemirienoten, grof gehakt
1 blik kokosmelk (400 g) 1 madame Jeannet pepertje, fijngehakt
sap van 1 lemmetje (klein limoentje)
1 eetl. suiker Garnering:
1 mespunt zout 15 gr. gedroogde garnaaltjes, gebakken en gemalen
olie om in te bakken 2 eetl. geraspte kokos
Bij de waterkant in Paramaribo gaat het veer naar Nieuw-Amsterdam. Vandaar kun je per auto of motorfiets prachtig wandelen naar het Commewijnedistrict. Langs de rivier liggen de verlaten plantages, die de oude kolonie in de 18e en 19e eeuw zoveel rijkdom en aanzien gegeven hebben. In de half overwoekerde tuinen van de Peperpot en Groningen staat het vol met oude aanplant van guave, pompelmoes, fransmanbirambi (stervrucht), watermeloen, zuurzak, papaya, manja (grote groene mango), markoesa (passievrucht), bacoven (kleine banaan) en knippa (kleine groene vrucht met grote pit). Op Mariënburg staat nog een oude suikerfabriek en bij Joden-savanne ligt een begraafplaats. Nadat de voormalige Creoolse slaven naar de stad waren getrokken en ook de koelies uit India nauwelijks opgewassen bleken tegen het zware werk op de plantages, werden contractarbeiders uit Nederlands Indië naar Suriname gehaald. Veel Javanen zijn in de landbouwsector gebleven. Op de eetmarkt van Blauwgrond eet je de beste saté, petjil (gado gado), saoto (soto) en bami goreng met dawet (tjendol). Hier vind je de typische Indonesische kruiden terug zoals djahé (gember), laos (galanga), sereh (citroengras), daon salam (laurier), ketoembar (korianderzaad), tjenkeh (kruidnagel), koenjit (geelwortel) en djeroek poeroet (citroenblad).
Geruisloos opererend op de achtergrond kom je de Javanen ook veel tegen in kantoorbanen. Ze arriveren dagelijks op de brommer, vrouw met boodschappentas achterop, kind(eren) op de benzine-tank, vogelkooitje op schoot en op de terugweg bungelt steevast verse vis of kip aan de buitenspiegels. Javanen zouden nóóit met de bus gaan! Brrr, al die opeengepakte mensen! Het resultaat van de Javaanse inbreng is een grappige culinaire moksi. Het gebruik van de gedroogde garnaaltjes i.p.v. trassi geeft bv. de typische Creoolse touch. Ik wist niet beter. Later leerde ik van mijn oma de Indische Ayam Besengek… die er verdacht veel op lijkt.
Zo maak je het
Bak alle garnaaltjes uit in een droge koekenpan. Zodra ze sterk beginnen te ruiken en donkerder van kleur worden zijn ze klaar. Laat even afkoelen en maal ze fijn met een vijzel of keukenmachine. Houd ze apart. Maak de boemboe in de vijzel, gebruik naar wens meer pepers dan in het recept staat. Maar pas op, Madame Jeannette is erg heet! Fruit dan de uien zacht op een laag vuurtje en voeg daarna de boemboe, zout, overige kruiden, suiker en 2/3 deel van de garnaaltjes toe. De boemboe moet even goed doorbakken. Voeg een beetje kokosmelk toe om aanbakken te voorkomen. De kemirie is namelijk giftig als het niet goed doorgebakken wordt. Nu kan de kip in de pan. Zodra die bruin wordt kun je de rest van de kokosmelk toevoegen. Laat de stoof op een laag vuurtje met het deksel op de pan ca. 15 min. pruttelen. Haal het deksel er af, voeg lemmetjessap en gemalen kokos toe en laat dan de saus nog 5 min. indikken. Garneer met 1/3 deel van het garnalengruis.