Geroosterde spiesjes
Nodig: Pindasaus: Ketjapsaus:
1 pond magere hamlapjes 3 eetl. pindakaas ½ fijngesneden rode ui
2 teentjes knoflook 1 teen knoflook 2 eetl. vloeibare gula djawa (palmsuiker)
2 eetl. ketjap manis ½ fijngesneden ui 4 eetl. ketjap manis
1 eetl. citroensap ½ theel. sambal ½ theel. sambal
1 eetl. suiker 1 eetl. suiker 1 eetl. limoensap
zout en peper 1 eetl. citroensap
gefruite uitjes scheutje kokosmelk
Saté is een feestelijk familiegerecht. Als ik oma vraag welke herinneringen dan het eerst te binnen schieten, antwoordt ze beslist: “onze tijd in Singapore”. Dat klinkt belachelijk en totaal niet in de lijn met wat wij denken te weten uit de geschiedenisboeken. Tijdens de Bersiaptijd moeten de vrouwen van de familie Zwart het alleen redden. De vlucht naar Singapore wordt voorbereid. Stien heeft het onthouden als een geweldige tijd: een verademing na een lange, beklemmende periode. Een wandeling op straat, een kletspraatje met de hoffelijke militairen, brieven van Pang met foto’s, gewoon lief en zorgzaam. Nee, geen romantisch gedoe, kom zeg. Haar verloving met Pang is algemeen bekend, dus er wordt goed op haar gepast door zijn collega’s. De zussen Zwart zijn dan ook graag geziene gasten op de feestjes in het militair hospitaal. Elke dag in vrijheid werd gevierd en vaak werd er saté geroosterd. Ondanks de zorgen om hun vader en echtgenoten genieten zij met volle teugen. Moeder Pauline is bezorgd. Al die jonge mannen om hen heen, stel je voor… Maar Stien weet voor wie ze bestemd is en wuift de waarschuwing weg. Ma toch altijd met haar zorgen!
Zo maak je het:
Saté: Leg de houten satéstokjes een uur van te voren in koud water, want dan verbranden ze niet. Snijd het vlees in blokjes. Maak een marinade van de geraspte knoflook, ketjap, citroensap, suiker, peper en zout. Leg de stukjes vlees ten minste een uur marineren en rijg ze aan de satéstokjes. Gril de saté op de BBQ of in een grillpan. Garneer eventueel met gefruite uitjes. ‘Babi’ is saté van hamlapjes, ‘ayam’ van kipfilet en ‘kambing’ van geiten- of lamsvlees.
Pindasaus: Fruit de ui en geraspte knoflook met sambal en suiker op laag vuur. Voeg pindakaas, kokosmelk en citroensap toe. Laat aan de kook komen en blijf roeren. Pas op dat de pindasaus niet borrelt en opspat. Daar kun je lelijke brandwonden aan overhouden.
Ketjapsaus: Snijd de rode ui fijn. Meng ketjap, gula djawa, limoensap, ui en sambal door de ketjap.