Verhalen: de Centrale Markt

De eerste dag loop ik een beetje wazig door het nieuwe huis, waar de verhuizers mijn inboedel vakkundig inefficiënt neergekwakt hebben. Volgens de kersverse scheepswerfdirecteur komt er doordeweeks een Guyanese ‘dienst’, een hulp, die ook voor de vorige bewoners werkte en vanzelfsprekend bij het huis hoort. Nee hè, jakkes! Van 7 tot 15 uur een zwabberende pottenkijker om me heen….. Mmmm, ik sta dus de eerste maandagochtend maar vroeg op om het huis een beetje schoon te maken. Ook gênant anders, zo’n rotzooi! Typische capriolen van de groene expatvrouw. Jenny zal zich rot gelachen hebben en nam zich vast en zeker voor het de komende tijd eens lekker rustig aan te doen!

Jenny
Markt1Flink buffelen blijkt niet haar sterkste kant. Eindeloos gedachteloos blijven vegen, dat gaat goed. De strijk wordt net zo lang op de plank gestapeld, tot het ding door zijn voegen zakt. Uiteraard doe ik het helemaal “fout” door haar veel vrijheid te geven. Samen koffie te drinken en naar de markt te gaan. Of Jenny permanent de logeerkamer aan te bieden, nadat ik haar een keer “naar huis” had gebracht: een hoekje in een half ondergelopen krot, dat ze deelde met één of ander tandeloos oud boenoemannetje. Met schaamrood op de kaken heb ik haar de hele handel – in de twee spreekwoordelijke schoenendozen – in de auto laten zetten. In ruil daarvoor krijg ik een zekere mate van betrouwbaar-heid. Jenny past op “óns huis”, ook háár huis, als we in het binnenland of op vakantie zijn. Ze zorgt voor de beestjes. Blijft ‘s avonds bescheiden op haar kamer en hangt voor de t.v. als we uit gaan. Áls er eens wat verdwijnt, is het iets onbenulligs, dat ze gewoon vergeten is terug te leggen. Trouwens, wat is er nou te verliezen? Met het komen en (ten onder) gaan van huisdieren, gasten en mee-eters is het hier sowieso een studentikoze boel. Zolang de draagmieren niet aan de neuten beginnen te knagen kan er weinig mis gaan. Jenny heeft me nooit teleurgesteld. Integendeel.

Leren koken
Jenny’s vriendje Michael komt zich de eerste keer bescheiden voorstellen, maar vindt al gauw de weg naar mijn keuken. Terwijl Jenny zingend loopt te zwabberen leert hij mij koken, zoals zijn Creoolse moeder dat doet. Tenminste, als ze niet “ziek” is. Want één keer per maand moet de enige man in huis de keuken overnemen. Ik heb eerst heel lang gedacht, dat ze aan een chronische ziekte leed. Michael bedoelde natuurlijk, dat zijn moeder in haar onreine weekje geen voedsel mag aanraken. En het liefst in haar hangmat blijft. Slechte geesten hè, je weet het nooit….

Markt3De centrale markt van Paramaribo
Aangezien mijn repertoire de eerste tijd voornamelijk bestaan had uit erwtensoep en  kousenband met garnaaltjes besluit ik, dat dit een prima moment is om goed te leren koken. De ingrediënten voor Michaels gerechten vinden we op de Centrale Markt, waar ik al gauw feilloos de weg weet: cassave, kleine gedroogde garnaaltjes, gezouten vis (bakkeljouw) en zoutvlees, okra’s, kokos, kousenband, banaan, tayer (inheemse wortelstok), rijst en pesi (gedroogde bonen). Tomaat, ui, knoflook en aardappels gaan per “hopi”: een stapeltje van drie en één er bovenop. In tijden van schaarste vind je ze in de Chinese hoek niet óp, maar ónder de tafel.

Madam Jeannetjes
Pepers zijn er altijd in vele soorten. De hete Madam Jeannetjes staan na één keer op mijn netvlies gebrand…! Ik ontdek, dat selderij hetzelfde is als soepgroente en taugé bekend staat als gropesi. Dat de ondraaglijke stank in de kippen-slachterij ’s morgens vroeg nog redelijk te harden is. En dat het grof gehakte kippetje in mijn plastic zakje absoluut kakelvers was. Het ongeboren eitje zit er bij. Salmorella-bacterie? “Ai mi goedoe” (hoofdschuddend). Daar had de slager nog nooit van gehoord. Oké, goed doorbakken dan maar. Michael brengt zijn gerechtjes op smaak met laurier, lontai (allspice besjes) en de onmisbare maggiblokjes. De overige knolletjes, wortels en Chinese groenten blijven voorlopig ondefinieerbaar. Ik draai mijn hand niet meer om voor rijstkip, pom, moksi alesie en okrosupu.

Multi-culti Suriname
verhalen suriname 4Op de Centrale Markt zie je het multi-culti-Suriname in alle vormen terug: Javaanse en Hindoestaanse hoekjes met tropisch fruit, groenten en kunstig bewerkte bloemstukjes. Chinese stalletjes met huishoudelijke rommel, zeep, toiletpapier en vogelzaad. Grote krabben en verse vis hangen buiten in het straatje naast de boslandvrouwen. Bij de ingang staan vrolijke karretjes met schaafijs en Chinese mixed ginger. Als je geluk hebt is er dawet:
Javaanse kokosdrank met gifgroene gelatine-fliebertjes in een boterhamzak met een rietje. “Psst poppetje…. oewisselen?” Professionele geldoewisselaars oewapperen de gedevalueerde Surinaamse flappen om je oren. Soeweten geblazen bij het bushokje tegenover de Curaçaose Handels Maatschappij. Knetterharde kawinamuziek kondigt het overvolle bestelbusje aan nog vóór die de hoek om is. Lijn 10, genaamd  “Sexual Healing” laat weinig aan mijn verbeelding over. Eenmaal IN de bus geprakt kom je er nooit meer UIT! Via het raampje misschien? Net als een paar varkens, die een uur hadden staan braden in het kleine bestelbusje. Arme beesten. Het baasje haalde  een koel biertje en vergat zijn levende have, die hij alvast  in de lange rij voor het Surinameveer geparkeerd had….  Foutje….!